boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex D > artikel


Davidsfonds Roosdaal

1. 1928-1940

1.1. Een samenkomst op 16 mei 1928 van Fil. De Troyer, Jos Borloo en kapelaan Tielemans was het begin van de werking (1). De kapelaan schreef dan naar Davidsfonds Leuven, de gewestelijke propagandist contacteerde de kapelaan en de propaganda kon beginnen. Resultaat: 60 leden op:
"Zondag 26 Augustus
Stichtingsvergadering-Ledeberg
Mr J. Van Saen, Dries Ledeberg, stelt zijnen zaal ter beschikking van 't Davidsfonds.
Om 4 (uur): Vergadering
Waren aanwezig J.B.V. de Perre koster, Aug. Van Lierde, Petrus Geeroms, Stevens, F. Braeckmans, Jos V. d. Plas, Cam. V. Schelvergem, enz. + 60 leden.
De vergadering begint met het gebed.
E.H. Kapelaan zegt hoe gelukkig hij is om deze eerste schoone vergadering en stelt voor Mr. G. Vanden Bussche gewest propagandist welke in naam van het Hoofdbestuur deze stichtingsvergadering voorzit.
Mr. Vanden Bussche, in eene schoone en leerrijke voordracht legt ons uit
1) Wat het Davidsfonds is
2) Wat het Davidsfonds wil
3) Hoe het Davidsfonds werkt
4) Wat wij te doen hebben
De aanwezigen bewijzen door hun toejuichingen dat zij met dit schoon programma van Davidsfonds instemmen.
Daarna bedankt E.H. Tielemans
1) Mr Vanden Bussche
2) J. Van Saen
3) De aanwezigen
Het Davidsfonds is dus gesticht. De zetel der vereeniging is te Ledeberg.
De voordrachten zullen gegeven worden, in evenredigheid met het getal leden, in de verschillende secties van Pamel. Als voorloopig Bestuur zal de bijtreding worden gevraagd van Mr. Staels als Voorzitter
Mr. Van Nuffel als Ondervoorzitter
Mr. De Troyer als Ondervoorzitter
+ 2 studenten (Poulck-Pamel) (2)
E.H. Tielemans schrijver.
Nadien wordt overgegaan tot het uitdeelen der eerste boeken: 'Pillekens' en 'Filosoof van Haegem'
De vergadering eindigt met 't gebed." (27 augustus '28)

1.2. Eind 1928 telde de afdeling 80 leden. In 1929 waren er 95 gezinnen lid van DF-Pamel, evenals in 1930. Dan daalde dit aantal tot 75 in 1931, 1932 en 1933, verder tot 60 in 1934, 53 in 1935, 52 in 1936, 50 in 1937 en 1938 en 51 in 1939.
Verwijzend naar dit dalend ledenaantal schreef het nationaal secretariaat in 1937: "Wij vermoeden dat het feit dat de gemeente Pamel drie interessante wijken telt met verschillende toestanden, de bizonderste oorzaak is van de vermindering van het ledencijfer. De menschen die buiten het dorp verblijven kunnen zoo moeilijk deelnemen aan de ontwikkelingsavonden die ingericht worden en houden daarom niet zoo zeer aan hun lidmaatschap. Wij vragen ons derhalve af, of er geen mogelijkheid is om zoals vroeger, in de drie verschillende centra voordrachten te geven. Dit zou vooral de propaganda ten goede komen en u toelaten meer menschen te bereiken en dus ook degelijker werk te verrichten." (3)

1.3. In het bestuur werd kapelaan Tielemans in 1929 al opgevolgd door kapelaan F. Gullentops en in datzelfde jaar werden ook Cyriel Van Herreweghen en Albert Muylaert bestuurslid. In 1930 verliet Filip De Troyer het bestuur terwijl Arthur Maris en Zacharie Van Laer er werden in opgenomen. Deze laatste nam in 1932 het voorzitterschap over van J. Staels. Pastoor Janssens was toen erevoorzitter. Rufin Van Nuffel en kapelaan Gullentops bleven respectievelijk ondervoorzitter en secretaris-penningmeester. Andere bestuursleden waren Alfons Van Vreckem (1932-1934), Jan Van Vreckem (1936-1937) (4) en Victor De Beenhouwer (1938-1941) (5). In het jaarverslag van 1935 werd ook Gerard Van Herreweghen als bestuurslid vermeld. Vanaf 1938 stond kapelaan De Vos in voor de briefwisseling en hield hij ook de kas bij. Aldus bleef het secretariaat en ook het geld in handen van de opeenvolgende kapelaans van Ledeberg en zij waren dan ook de sleutelfiguren in het bestuur. Zo lezen we dat in 1939 kapelaan De Vos "...een mooi programma uitwerkt." Het bestuur kwam overigens slechts tweemaal per jaar samen.
Dat het echter niet altijd gemakkelijk was in de drie gehuchten bestuursleden-wijkmeesters te hebben blijkt o.a. uit een brief die het nationaal secretariaat in '38 schreef aan kapelaan De Vos: "WEH Gullentops, uw voorganger, kwam te Pamel-Ledeberg toe als vreemdeling en hij mocht er niet in slagen te Pamel zelf personen te vinden die, als wijkmeesters voor deze parochie, propaganda wilden voeren. Naar hij ons destijds meedeelde is de samenwerking tusschen het centrum en Ledeberg niet gemakkelijk te bereiken, omwille van het verschil van mentaliteit die er bij de menschen heerscht. Het feit dat gij, als gewezen onderpastoor, te Pamel zeker over veel invloed beschikt laat verhopen dat gij er toch een paar medewerkers zult kunnen vinden."

1.4. Toch hebben de besturen, hoe beperkt in omvang ze ook mogen geweest zijn, tal van activiteiten georganiseerd.
Op 4 november 1928 ging er te Pamel een eerste voordracht door over 'India' (ten voordele van de Pamelse missionarissen. Er werd zelfs een beeld, geschonken door de afdeling, verloot.). Op 26 december volgde er al een tweede avond (over 'Hoe ik er toe kwam dichter te worden') voor hetzelfde doel. Ook leidde kapelaan Tielemans een 'Kerstmisavond met lichtbeelden'. Meteen is de teneur gezet: ook de volgende jaren zijn de 'ontwikkelingsavonden', naast nu en dan een liederavond, vooral voordrachten met lichtbeelden. Zo ook in het programma '29-'30:

 


 

Merkwaardig is toch dat het programma in zijn geheel werd aangekondigd (6), een prestatie op zich! Uiteraard leidde dit soms tot stoornissen (een spreker die niet kwam opdagen, al of niet werd vervangen). Het programma '30-'31 telde al 8 ontwikkelingsavonden met opvallend, Felix Timmermans die op 16 februari 1931 kwam vertellen over ''t Land waar appelsienen bloeien'. Ambitieus was zeker het programma '31-'32 met o.a. het Vlaamsch Volkstoneel en een Guldensporenviering. Vanaf '32-'33 werden de programma's beperkter (nog 4 ontwikkelingsavonden), maar zeker nog prijzenswaardig, met b.v. Ernest Claes die op 26 december 1932 in Ons Huis kwam spreken over 'De Witte' en Zacharie Van Laer die er op 8 januari 1933 lichtbeelden vertoonde 'Uit de geschiedenis van Ledeberg en Pamel'. Naast de vele voordrachten met lichtbeelden (over China, Ceylon, Rome, Wenen, ...over 'trouwen en verkeeren' of over occultisme 'met proefneming') zijn ook de liederavonden het vermelden waard, b.v. 'Klucht-, Volks- en Kunstliederen' op 22 oktober 1933, liederavond met W. De Meyer op 8 februari 1937. Op 21 februari 1939 begonnen de lichtbeelden te bewegen, toen in Ons Huis een 'Cinemafilm doorheen Nederl. Limburg met bewegende Cinemafilm' werd getoond.
Naast het bedelen van de boeken, organiseerde de afdeling in het totaal op zijn minst 53 activiteiten, gespreid over 11 jaar!

1.5. Financieel veroorzaakten de eerste avonden (in '28) een kastekort van 100 fr. Het bestuur verhoogde dan ook in 1929 het lidgeld van 12,5 fr. tot 15 fr. Hiervan was 10 fr. bestemd voor Leuven (voor de betaling van de boeken) en 5 fr. voor de afdelingskas. In 1931 werd al 20 fr. gevraagd, 12,5 fr. voor het hoofdbestuur en 7,5 fr. voor de afdeling. Opmerkelijk is toch dat elk lid een vast bedrag betaalde, ook voor de boeken (7). Het lidgeld was de belangrijkste bron van inkomsten. Bovenop kreeg de afdeling soms ook toelagen, b.v. in 1931 van het ministerie van Kunsten en Wetenschappen 250 fr.; in 1934 van de provincie Brabant 140 fr.; in 1936 van de gouwbond 102 fr. In den beginne moesten alleen de niet-leden (1 fr.) toegang betalen, maar al vlug werden de voordrachten voor iedereen 'kosteloos'. Bij uitzondering werd er toch toegangsgeld gevraagd, zoals voor het Vlaams Volkstoneel: toen brachten de 320 verkochte kaarten 2785 fr. op, en de verkoop van programma's 197 fr. (de onkosten bedroegen 2768 fr.).
Jaarlijkse weerkerende uitgavenposten waren het drukwerk (b.v. in '37 voor 1000 programma's 125 fr.), het afhalen van de boeken aan de 'statie' van Okegem (b.v. 30 fr. in '36), de huur van de zaal en van het toestel voor lichtbeelden (b.v. 75 fr. in '33) of van de zaal en piano (ook 75 fr. in '37) en natuurlijk ook de vergoedingen van de sprekers (b.v. Ernest Claes kreeg 250 fr.), soms ook hun reiskosten (b.v. Felix Timmermans moest afgehaald worden aan het Noord-Station 200 fr.). Verschillende jaren werd ook de deelname aan de jaarvergadering in Leuven betaald (b.v. 50 fr. in '31).

Het kasboek vertoonde in september 1930 al een positief saldo van 1034 fr. De volgende jaren bleef het positief saldo schommelen tussen de twee en drie duizend frank. In 1938 bedroeg het nog 1581 fr., maar in 1939 slechts 960 fr.

1.6. Besluit: 11 jaar vrij intensief davidsfondswerk, met als spilfiguren de kapelaans van Ledeberg, soms bemoeilijkt door de naijver tussen de gehuchten.


---------------------------------------------------------------------
(1) Zo noteerde kapelaan Tielemans.
(2) Mr. Staels was 'schoolhoofd' te Poelk, Fil De Troyer onderwijzer op Ledeberg en Rufin Van Nuffel was molenaar te Pamel.
Wie waren die 2 studenten? Waarschijnlijk van de plaatselijke studentenbond, waarbinnen studenten werden aangespoord lid te worden van het Davidsfonds; twaalf onder hen werden in 1928 lid.
Opvallend is dat er, ook nadien, studenten als bestuurslid werden opgenomen, maar dat sommigen het alleen in naam waren.
(3) De avonden gingen in '28, '29, '30 en begin '31 afwisselend door te Pamel in de zalen Van Vreckem (bij den Bruynen) en 't Vlaamsch Huis (bij de Pever), te Ledeberg in de zaal Van Saen en ook te Poelk in de zaal Van Snick. Daarna werden alle activiteiten gecentraliseerd in de nieuw gebouwde zaal Ons Huis. Uit de verslagen van propagandist Van den Bussche blijkt dat dit voor pastoor Janssens een eis was; dat er hiertegen veel verzet heerste zowel binnen (sommige leden 'wilden daar geen voet in zetten') als buiten het Davidsfonds (o.a. van enkele herbergiers).
(4) Later pastoor te Wambeek.
(5) Dokter, verhuisd naar Sint-Pieters-Leeuw.
(6) Samen met de, ook pas opgerichte, Vlaamschen Toeristenbond. Men voelt duidelijk dat de kapelaans meer achter het Davidsfonds stonden en dat het daardoor meer groeikansen kreeg dan de VTB. UIt het kasboek blijkt dat in 1930 en in 1931 de toelage van het VTB-Hoofdbestuur gewoon als een inkomen voor Davidsfonds-Pamel werd geboekt. Daarna was er van samenwerking geen sprake meer.
(7) Kreeg elk lid toen ook hetzelfde/dezelfde boek(en)?


2. 1940-1958

2.1. Merkwaardig is het verloop van het ledenaantal tijdens de oorlog: 51 in 1940, 52 in '41, 61 in '42, 102 in '43, 122 in '44 en 97 in '45. Na de oorlog zakte dit aantal tot 82 in '46 en tot slechts 59 in '47. In '48 telde de afdeling terug 75 leden, in '49 zijn het er 70 en in '50 nog 68. Er waren 55 leden aangesloten in '52, 63 in '53, 60 in '54 en 51 in '56 (1). In een brief van 26 september 1957 wees het hoofdsecretariaat op een verlies van 20 leden, maar drukte het tevens de hoop uit dat de achterstallige bijdragen zouden worden 'ingebeurd', zodat het cijfer van vorig jaar nog bereikt kon worden.

2.2. Op 24 augustus 1940 schreef het nationaal secretariaat aan voorzitter Zacharie Van Laer: 'Tot hiertoe mochten wij, na de schokkende gebeurtenissen van voor een paar maanden, immers uit uw afdeeling nog geen nieuws krijgen en wij vreesden derhalve dat de bestuursleden wellicht zwaar beproefd werden of niet ter plaatse waren. Het verheugt ons te mogen lezen dat deze vrees gelukkig ongegrond was en wij heeten de bestuursleden hartelijk geluk met hun behoud.'
Toch zouden er zich vrij spoedig bestuurswijzigingen opdringen. Dat blijkt o.a. uit een brief van 15 juli 1942 vanuit Leuven: '... de heer Van Laer, uw voorzitter, overleden is evenals het bestuurslid Van Nuffel, terwijl het derde bestuurslid Dr. De Beenhouwer, verhuisde en dus eveneens zijn medewerking moest stopzetten.' En datzelfde jaar overleed ook secretaris-penningmeester kapelaan De Vos. Eind '42 werd er dan ook een volledig nieuw bestuur samengesteld met Désiré De Wever als voorzitter, kapelaan Frans Vanderborght als secretaris-penningmeester en Corneel Evenepoel (tot '45), René Cautaerts (tot '45), Joannes Clement (tot '49) en Tiburce Van Houtem (tot '48) als bestuursleden (2). In maart '44 stond kapelaan Vanderborght het secretariaat af aan Serafien Vaeyens, maar bleef penningmeester. Frans Kestens was bestuurslid van '46 tot '48 en Roger De Maeseneer in '49 en '50. In '51 nam Désiré De Wever ontslag als voorzitter en werd hij opgevolgd door Maurits Barbé. Samen met Serafien Vaeyens, kapelaan Vanderborght en de intussen toegetreden bestuursleden Remi Van den Borre (sinds '49), Paul Barbé (sinds '50) en Robert Van Isterdael (sinds '51) heeft meester Maurits de afdeling in leven gehouden, officieel tot in '58, jaar waarin DF-Pamel nieuwe impulsen kreeg (3) (4).

2.3. Voor 11 februari 1940 had de afdeling een avond over 'Finland en Lapland' gepland (spreker E. H. Wellekens). Het is echter onzeker of die avond is doorgegaan. Duidelijker is het jaarverslag over de winterperiode '40-'41: 'Ingezien de tijdsomstandigheden is er wel aan gedacht en gesproken over de voordrachten en ook gevraagd geweest naar sprekers, maar wat laat begonnen, zoodat het niet meer in regel kon komen op tijd voor het winterseizoen en zoo is er nog niets van terecht gekomen. Wij hopen stellig dat het toekomend jaar wel beter zal gaan.' En beter ging het, want op 23 november '41 sprak E.P. Raskin (scheutist) over 'China, land en volk' en op 14 december '41 gaf E.H. Fierens een voordracht over 'Rubens'. Maar programmeren bleef moeilijk want twee voorziene avonden konden niet doorgaan. De ene omdat de spreker bij een verkeersongeval een hersenschudding opliep en de andere omdat de voordrachtgever enkele dagen voordien 'tandenloos' werd (het jaarverslag specificeert niet nader). Op 8 februari '42 zou (maar dit is niet vaststaand) pater Urbanis uit Brussel voor een voordracht naar Pamel zijn gekomen. Op 4 oktober '43 belichtte E.P. de Geest de 'Philippijnsche eilanden' (75 aanw.) en op 22 november '43 ging er een avond over 'Pater Lievens' door (200 aanw.). Ook werd er in '43 een uitstap naar Meerbeke georganiseerd om een voordracht over het 'Lijden van O.L.Heer' te aanhoren. Op 3 juni '45 sprak Monseigneur Colle over 'Leopold III':

 
 

Datzelfde jaar, op 29 juni kwam ook nog de 'Beroepsoriëntering' aan bod. J. Boon besprak op 30 december '46 de 'Heksenketel van de Balkan' en op 8 december '49 (of was het 8 januari '50?) kwam hij terug met als onderwerp de 'Twee wereldmachten'. Pater Van Hauwermeiren hield één of twee voordrachten over het 'China van vroeger en van heden' (één ervan zeker op 16 februari '50). 'Rome en 't Vaticaan' werden samen met E.P. Rector 'van Overijse' bezocht op 20 maart '52. De programmatie kende een duidelijke opflakkering in de periode '53-'54 met de volgende avonden: 30 januari '53, E.P. Mestdagh 'Met de jeep door Amerika'; 23 maart '53, E.P. Wellens 'Congo nu'; 5 november '53, filmavond 'Mannen van jongensstad' (170 aanw.); 6 januari '54, E.H. Leys 'Gevangenisleven' (35 aanw.); 24 januari '54, E.H. A. Lauwaert, 'Mijn leven als mijnwerker' (met lichtbeelden). Tenslotte zou op 21 mei 1957 E.P. Decoker een voordracht hebben gegeven over de 'Loge'.
Misschien ontbreken er in dit overzicht wel enkele avonden, maar het staat toch vast dat er in verschillende jaren niet werd geprogrammeerd.

2.4. Het kasboek vertoont een leemte van april 1938 tot en met 1942, periode waarin kapelaan De Vos penningmeester was. Eigenaardig genoeg werd in 1943 het saldo (1581 fr.) van 1938 overgenomen, niettegenstaande dit intussen door activiteiten zeker was gewijzigd. In '44 'mislukte' het openen van een postrekening waarvoor in het kasboek 1 fr. werd aangerekend. Datzelfde jaar waren er moeilijkheden bij het deblokkeren van DF-tegoeden op rekeningen. Het geld kwam tenslotte terecht op de persoonlijke rekening van kapelaan Vanderborght, maar op 20 december '45 werd er op naam van DF-Pamel toch een rekening geopend.
Ook in deze beschouwde periode was de ledenbijdrage een belangrijke inkomensbron (b.v. 616 fr. in '43: 5 fr. van een A-lid, 8 fr. van een A,B-lid en 11 fr. van een A,B,C-lid). Verder spijzigden toegangsprijzen (b.v. in '45, 'Leopold III': 410 fr.; in '52, 'Rome en 't Vaticaan': 430 fr.: in '53, 'Met de jeep door Amerika': 1640 fr.; in '54, 'Mijn leven als mijnwerker': 1805 fr.) en sommige toelagen (b.v. in '46, 400 fr. van DF-Leuven + 320 fr. ten titel van aanmoediging; in '47, 60 fr. van de provincie) de kas.
Onkosten ontsproten uit het afhalen van boeken (b.v. 10 fr. in '44), het huren van de zaal (b.v. voor de winterperiode '43-'44: 125 fr.), het drukken van strooibriefjes (b.v. 180 fr. voor 1000 strooibriefjes voor de spreekbeurt 'Beroepsoriëntering' in '45) en de vergoedingen van de sprekers (b.v. in '46 ontving J. Boon 350 fr. en in '54 werd er aan E.H. Leys 500 fr. betaald + 100 fr. reisonkosten). Ook steunde de afdeling de gouwbond (b.v. met 37,5 fr. in '50), de plaatselijke bibliotheek (zo werden er in '44 voor 138 fr. boeken geschonken) en in '56 de wederopbouw van de IJzertoren (met 100 fr):

 
 

Bovendien werd in verscheidene jaren een H. Mis opgedragen op het Guldensporenfeest en op Sinte-Lutgardis (dat kostte b.v. 40 fr. in '45).
In '55, maar ook in '56 en '57 moet de kastoestand nogal belabberd zijn geweest want telkens moest DF-Leuven achterstallen reclameren. Hoeveel er eind '57 nog in kas was, is voorlopig niet te achterhalen, één officieuze bron sprak van + 1700 fr.

2.4. Terugblikkend kan men stellen dat na de, zeker wat de ledenwerving betreft succesvolle jaren '43 en '44, de werking totaal verzwakte. Het dalend ledenaantal, de schaarse programmatie, het laattijdig of niet binnensturen van jaarverslagen, achterstallige betalingen, (financiële) conflicten tussen bestuursleden, ... het waren allemaal symptomen van de 'verenigingsziekte' waaraan de afdeling leed. In verschillende brieven, na het bezoek van de gewestelijke afgevaardigde, of op een sporadische bestuursvergadering werd de genezing voorspeld, maar het bleef telkens bij kleine opflakkeringen en goede voornemens. Peilend naar de oorzaken kan men de nasleep van de oorlog inroepen, maar enkele oud-bestuursleden wezen ook op het vaak eigendunkelijk optreden van kapelaan Vanderborght, terwijl uit meer dan één brief ook blijkt dat verscheidene bestuursleden hun taak niet 'ter harte' namen. Wat was oorzaak, wat gevolg? We zullen het wel nooit precies kunnen bepalen.


-----------------------------------------------------------------------
(1) Geen aantallen gevonden voor de jaren '51 en '55.
(2) Ook René Van Nuffel werd als bestuurslid opgetekend, maar volgens René gebeurde dit buiten zijn weten en is hij nooit naar een bestuursvergadering geweest.
(3) In '54 werd eveneens Jean Van den Berghe als bestuurslid genoteerd.
(4) Ook werden, eerst pastoor Janssens en vanaf '49 pastoor Geeraerts als erevoorzitter vermeld.

 


1958 -

3.2.1. Voorzitters
30/9/1980-10/10/1982: Hubert De Bolle

3.3.1. Activiteiten
1980
Boekenbeurs van 30 oktober tot 2 november met o.a. nationaal voorzitter Clem De Ridder, prof. Reginald De Schrijver over Frans Van Cauwelaert, André Demedts over Guido Gezelle en voor de jeugd boetseren, tekenen met Brasser, voordrachtwedstrijden. Ook ledenmis.

3.3.2. DF-Klokje
Extranummers:
1976: Gerard Van Herreweghen: 'Kinderspel en Kinderlied vóór 50 jaar'
1977: Gerard Van Herreweghen: 'Negen Herbergruzies uit de periode 1757-1780'
1978: Gerard Van Herreweghen: 'Hoelang woont je familie hier al?'
1979: Gerard Van Herreweghen: 'Eeuwigdurend Pamels kalender', waarin op elke dag van het jaar een of verschillende, meer of minder belangrijke gebeurtenissen worden opgeroepen uit acht eeuwen dorpsgeschiedenis.
1984: Gerard Van Herreweghen: 'Taal van bij ons'
1985: Gerard Van Herreweghen: 'De Dikke van Pamel'
1988: Gerard Van Herreweghen: 'Op de Varing groeide een nieuwe dorpskern'
1992: Gerard Van Herreweghen, Hubert De Bolle, Herman Van Herreweghen: 'Honderd jaar Zusters der Christelijke Scholen te Ledeberg'
1999: 'Jef Bulté vertelt ...'


wordt vervolgd.