boomstructuur: startpagina >
AZ-index > artikelindex B > artikel


Borchtlombeek

Gemeente tot 31/12/1976
 
Opgedeeld in twee grote perioden:
- vanaf de eerste tekenen van bestaan tot 1795. Toen schaften de Franse bezetters hier de feodale rechten en structuren af en gaven ontstaan aan de communes of gemeenten;
- van 1795 tot 1976. Op 1/1/1977 ging de gemeente Borchtlombeek grotendeels op in de fusiegemeente Roosdaal.

 

1. -1795

1.1. Eerst Lombeccha (oorkonde uit 1112), Lumbec(c)a (1140, 1163, 1209). Daarna Burchgreven Lombeke (1300), 's Borchgraven Lombeke (1328, 1418).
Borchtlombeek is hiervan afgegeleid (1): het dorp gelegen op de Lombeek, onder de voogdij van de borchgraven van ...(?).
Daar Liedekerke en Borchtlombeek territoriaal samenhoorden, zou men denken aan de borchgraven van Aalst-Liedekerke. Maar er zijn ook oorkonden die verwijzen naar de borchgraven/kasteleinen van Brussel: Lombeke Castellani (1173, 1281, 1295), Lombeke le Castelain (1305).
Pas vanaf de 18e eeuw definitief Borchtlombeek.

1.2. Inwoners

 

jaar

1572
1593
1614
1618
1628
1654
1660
1665
1670
1685
1688
1711
1719
1737
1774
1792

inwoners
(2)
500
167
416
600
416
666
666
541
550
750
750
666
883
1000
1166
1166

 

* Jaar 1593: Ongelooflijk laag cijfer, gevolg van de oorlog tussen Spanjaard en geus: inwoners gestorven aan besmettelijke ziekten, gevlucht en nog niet teruggekeerd, ... Ook de volgende jaren waren de schommelingen soms opmerkelijk.
* Gedurende al die jaren bleef de oppervlakte constant: 526 ha .

  1.3.1. Burgemeesters
16xx: Eylenbosch Guillam
17xx: van Overstraeten Cornelius
17xx - 1790: van Overstraeten Joannes
 

------------------------------------------------------------------------------------
(1) Niet van ‘borcht', er stond trouwens geen ‘borcht'.
(2) Deze getallen zijn gebaseerd op het aantal communicantes (paasplichtigen) vermeld in decanale verslagen. Omdat hierin de kinderen jonger dan 14-15 jaar niet werden meegeteld, werden die aantallen vermenigvuldigd met 5/3 om zo bij benadering het aantal inwoners te bekomen. Anderen vermenigvuldigen b.v. met 3/2, wat lagere getallen geeft.

  2. 1795-1976

2.1. Inwoners
 

jaar

inwijkingen

uitwijkingen

geboorten

overlijdens

inwoners

1846
1857
1866
1880
1890
1900
1910
1920
1930
1940
1950
1960
1970
1976


9
12
40
46
57
47
60
68
78
78
68
116
185


12
19
47
48
60
55
96
88
69
80
76
107
74


32
48
36
35
69
57
51
43
30
34
38
34
29


23
29
35
29
33
28
25
25
17
22
16
23
23

1297
1275
1404
1510
1500
1690
1780
1734
1698
1767
1766
1842
1986
2261

 

* In Borchtlombeek waren de mannen altijd in de meerderheid: b.v. in 1880: 788 m en 722 v; in 1900: 892 m en 798 v; in 1940: 915 m en 852 v; in 1976: 1132 m en 1129 v.
* Zij woonden nog steeds op een oppervlakte van 526 ha.

  2.3.1. Tot na wereldoorlog II dongen twee partijen naar de macht: de Witte(n) en de Zwette(n).

2.3.2. Burgemeesters
1810: van Overstraeten Petrus Josephus
1xxx - 19xx: Barbier Arthur Joannes Ferdinandus
19xx - 31/12/1946: Van Wilderode M. Livinus Josephus

2.3.3. Schepenen
19xx - 19xx: D'hoe Jan-Baptist Victor
1971 - 1976: Van den Nest Cyriel
2.5.3. Gemeentehuis
Opgetekend op het kadaster in 1871, gebouwd aan de Kerkstraat (nr 4), naar ontwerp van architect Louis Spaak. (1) (2)
 


foto 2017

‘Onderkelderd dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen op een natuurstenen sokkel onder pannen zadeldak tussen zijtrapgevels. De classicistisch opgebouwde bakstenen voorgevel wordt verlevendigd door middel van cordons, lekdrempels, druiplijsten, hoekkettingen en consoles in witte natuursteen onder de kroonlijst.’ Middenrisaliet met verdiepte rondboogvormige inkompartij waarin rondboogdeur in vlakke hardstenen omlijsting, erboven gekoppelde rondboogvormige vensters onder omlopende druiplijst, bovenaan puntgevel met rondboogvormig zoldervenster; in de zijtraveeën, op het gelijkvloers rechthoekige vensters met hardstenen latei en lekdrempel, op de verdieping rondboogvensters onder rondboogvormige druiplijsten met gestrekte uiteinden. (3)

2.5.4. Sterckxhuis aan het Kerkplein
Genoemd naar de bouwer van het huis en door de gemeente aangekocht op 26 november 1973 voor de prijs van 780000 fr + kosten.

 

2.5.8. Begraafplaatsen
In 1952-1953 werd op Kattem, aan de Dalstraat een nieuwe begraafplaats aangelegd. (De gemeente Pamel ging akkoord tussenbeide te komen in de onkosten pro rato het aantal inwoners van Kattem-Pamel.)


2.6.3. Gemeentelijk onderwijs
In 1810, onder het Frans bewind, was Charles Van den Eeckhoudt 'instituteur flamand' te Borchtlombeek. Blijkens een rapport van het college van burgemeester en schepenen uit 1839 gaven twee onderwijzers, Guldemont en Steppe, les aan meisjes en jongens. De arme kinderen kregen kosteloos onderwijs. Maar toen het jaar daarop aan de Kloosterstraat de zustersschool opende werd de gemeenteschool algauw een jongensschool. Vandaar waarschijnlijk dat het rapport van 1840 alleen nog Steppe als onderwijzer in de gemeenteschool vermeldde. Volgens het rapport van 1843 kreeg hij van het weldadigheidsbureau gemiddeld 70 fr. per jaar voor zijn onderricht aan jongens uit arme gezinnen.
In 1871 werd bij het nieuwe gemeentehuis eveneens een schooltje gebouwd. Maar nadien kwam er ook ‘een schoolgebouw met woning’ voor de hoofdonderwijzer aan de Bosstraat (stond er zeker al in 1924). Tot na WO II werd er aan de jongens onderwezen, zowel aan de Bosstraat als aan het gemeentehuis.

August Eyjenbosch vertelde: Rond 1925 ‘… moest ik voor het eerste en tweede leerjaar toch naar de oude school aan het gemeentehuis, bij meester Chaleken (Karel Van Ginderdeuren). De hoofdonderwijzer was Joannes Raspé (meester Zjang) en Victor D’hoe tweede meester. Meester D’hoe volgde meester Raspé op als hoofdonderwijzer en Michiels Louis (meester Michel) uit O.-L.-V.-Tielt werd benoemd als tweede meester. Meester Charel bleef als kleine meester.
Later werd er gewisseld: de lagere leerjaren kwamen aan de Bosstraat, de hoogste leerjaren bij het gemeentehuis. Joannes Raspé had zijn vader Hippolytus Raspé als schoolhoofd opgevolgd.

Onder WO II bleven personeel en leerprogramma nagenoeg ongewijzigd, wel kwamen oorlogsproblemen te berde zoals gebrek aan kolen en ook aan schuilplaatsen voor de leerlingen.
Uiteindelijk werd alleen nog aan de Bosstraat onderwezen. Daar ging de gemeenteschool teloor in de jaren (19)60.

Einde
Volgens plannen (1975) van de regering moest Borchtlombeek samensmelten met Liedekerke. Maar de Borchtlombeekse gemeenteraad verzette zich ertegen (8 stemmen tegen en 1 onthouding). De gemeenteraadsleden deden zelfs een tegenvoorstel: een fusie van Roosdaal, Borchtlombeek en Liedekerke! Maar daar had men in Roosdaal geen oren naar. Tenslotte kwam er een compromis: Borchtlombeek ging grotendeels (meer dan 70 % van het grondgebied en meer dan 90 % van de bevolking) naar Roosdaal, een kleiner deel (vooral woonwijken, maar ook het Hof te Kattem) naar Liedekerke, met als scheidingslijn de Populierstraat en de Kleistraat. (Het Hof te Kattem protesteerde en na juridisch gehakketak verhuisde het hof in 1982 terug naar Roosdaal.)
Maar hoe dan ook op 31 december 1976, om 24 uur, hield de gemeente Borchtlombeek op te bestaan.


----------------------------------------------------------------------------------
(1) Ook de vroegere gemeentehuizen van o.a. O.-L.-V.-Lombeek, Pamel en Strijtem zijn gebouwd naar zijn ontwerpen.
(2) Na de fusie werd het OCMW-sociale dienst van Roosdaal erin ondergebracht.
(3) In OAR van het agentschap Onroerend Erfgoed, 2019.